Derde plaatsing Breadman: harde dobber of drijvende dis?
Plaatsing om: 08:18
Te water lating: 11:00
Aan oever vastgelopen: 12:18
Uit water gevist: 16:50
Temperatuur: 4 graden
Westenwind, windkracht: 4/5
Zuidwesten 240 graden (nb de richting van de camera gericht op Breadman)
Aantal straatgesprekken: 2
Aantal passanten: tientallen, 90 % met hond(en)
‘Vandaag eten ze niet,’ zei de man. Hij was het laatste woningenblok aan de Leerdamhof uitgelopen met zijn hond. Blind. Een misfok, vertelde de man. De hond hield zijn hoofd tijdens ons spreken naar zijn baas opgericht. Mijn projectie zei hondentrouw. Een ander zou zeggen: conditionering. De hond ziet niets meer, hoort des te beter. Ruikt.
Ja, het was zinloos voeren. Dat vond ik ook. Mijn lokaas, dit keer ook zelfgebakken en niet het consumentenbrood van super of bakker, leverde treuzelende toenaderingen op, gevolgd door doelloos gepik in het water. Dat bestaat dus ook. Zo leek het aanvankelijk. Na een tijd, een uur, twee, drie kwamen ze toch steeds dichterbij, de eenden. Woerden vooral. Ik heb de hele dag slechts een vrouwtje waargenomen. De meeuwen komen meestal pas als de eenden zich aan het eten hebben overgegeven. Ook vandaag. Ik wil er geen wet van maken maar ik zie het telkens gebeuren. De meeuwen lijken op de verwende en angstige Romeinse keizers die een personeelslid de spijzen lieten voorproeven. De vergelijking gaat wat mank, het idee mag duidelijk zijn.
De rotzakken, zou ik haast zeggen. Al is hun vliegkunst overweldigend. Na enige cirkels boven het watervlak te hebben getrokken, duiken ze het brood in een keer, flats, uit het water. Over multitasking gesproken; sommigen weten in de lucht het brood naar binnen te werken. Je moet er snel bij zijn in de natuur. Ofschoon ik het geduld van de duiven ben gaan bewonderen. Maar hierover een andere keer, want vandaag geen duif te zien.
Terug naar de man, die van de hond. Hij voert, ja, vrijwel dagelijks.Dat was het enige verbale ei dat hij aan mij kwijt leek te willen. En ik voelde me niet geroepen meer over het project te vertellen. Ik leek voor hem een voorbijganger met wat brood te zijn. Iemand als hij. Met witbrood van de Aldi. ‘Van de Aldi,’ zei hij. Van dat makkelijke brood. Hij kocht het omdat de vogels het graag lusten. Niet de eerste keer dat ik deze info hoorde. Ik wil geen reclame maken maar ook mij is het opgevallen dat Lidl en Aldi favoriet bij de vogels zijn. Alsof ze weten dat dit brood de mensen weinig centen heeft kunnen kosten. In tegenstelling tot mijn met de hand gebakken, met moeite via een sponsor verkregen bloem en van bloed, zweet en tranen doordrenkte broodpop.
Of Breadman nu staat, ligt of op handen en voeten kruipt, hij blijft moeilijk te verteren kost voor de verstedelijkte luchtwezens.
Het blijven zware dagen, die zondagen in de kou. Mooi ook, dat verwrongen wachten. Ergens hopen dat Breadman nummer zoveel wordt opgegeten, vernietigd, lekgeprikt, uiteengereten. Aan de andere kant blij zijn dat hij er nog is, zodat ik hem mee kan nemen. Naar ‘huis’, naar de droogkast, en dan de zware plastic puinzak in, de kast met gaffertape dichtgeplakt.
Tegen de muizen.
Ze zijn nu met zijn vieren, de broodlijken, van plaatsing nul tot en met drie. Vier totaal verschillende gedaantes, vormen, geschiedenissen. Ik ga donderdag weer kijken welke vorm de broodpop de komende zondag, voor plaatsing vier gaat aannemen.